Rony Verbiest & Derek PLace Musette Century Zelzate (20-09-2020) report & photo credits: Anja Cleemput info organisatie: Century Zelzate info artiest: Rony Verbiest - Derek © Rootsville 2020 |
---|
Terwijl in dit Coronatijdperk de zomerzon op haar laatste benen loopt hadden een 100-tal kijk-en luisterlustigen ingetekend op de Place Musette. Freddy Plasschaert van café Century, de bijna-jubilaris Ivan Bonne, die ook de lokale blues organisator is, hebben in samenwerking met de cultuurraad dit evenement op touw gezet.
Het publiek werd verrast met 4 muzikale klasbakken. Singer-songwriter Derek, baswonder Mario Vermandel, sterdrummer Tony Gyselinck en local hero Rony Verbiest. Heel ontspannen begon Derek blootvoets op de warme tonen van de accordeon en contrabas met een tweetal eigen chansonnetten.
Al snel werd het blik fel gesmaakte coverversies van Franse klassiekers opengetrokken met Brassens zijn Les Copains d’abord. Vervolgens was het melancholie troef met Adamo zijn “C’est ma vie”. “Si je voulais bien”,een bewerkte vertaling van Dylan alsook gekend in de versie van Bruno Deneckere zijn “If I wanted to” ging mooi naar een crescendo en Gainsbourg zijn “La Javanaise” werd solo ingezet door de typisch krassende parlando van Derek. Het gedegen vakmanschap van het viertal kwam mooi tot uiting in Michel Fugain zijn “Une Belle Histoire”. Ook de mooi gezongen ode aan de liefde “Ma Jolie Louise” van Daniel Lanois was van breekbare peperkoek.
Dit terwijl Rony zijn mondharmonica mooi deed uitwaaieren over “Mon Jardin d’Hiver” van Henri Salvador. Rony Verbiest gaf nog een mooi solo instrumentaaltje ten berde en Derek rondde de eerste set af met een integer “Ca va mon ami”. De steeds meer op Alain Delon lijkende Rony Verbiest leidde treffend langoureus een mooi liedje in over de God van de liefde “Dans les bras de Morphée”. Terwijl een vlammende Brel zijn “Vésoul” een glansrol voorzag voor Tony Gyselinck en mooi in een crescendo overging.
Het regende verzoekjes van het corona-brave publiek en een mooi tot tango getransformeerde “Le Métèque” van Moustaki ging feilloos over in een mondmasker- meezingversie van “Pour Un Flirt avec toi” van wijlen Michel Delpech. “Pas Bleu” (“Comme le ciel est bleu”) kleurde hemelsblauw onder het goedkeurend oog van de burgervader en Dutronc zijn “Il est cinq heures” schalde op verzoek uit de boxen die vakkundig getuned werden door Jean-Pierre Laloyaux. Een fraaie instrumental ging weer naadloos over in “Si tu n’existais pas” van Joe Dassin met een mooi streepje “Ne me quitte pas” in de vorm van alweer een fraai stukje chromatische harmonica geperst uit de longen van Rony Verbiest. “Et Maintenant” was dan weer een ontluisterend traktaat van Gilbert Bécaud dat smaakvol uitdeinde in een intens “Elisa” van Gainsbourg. Begin derde set werd de grote Aznavour geëerd met weeral een energieke solospot van Rony Verbiest die mooi overliep in een flitsende drumsolo van Tony Gyselinck.
Een rustpunt was “Avec le temps” van Léo Ferré, gevolgd door het speelse “Petit Lapin”. “Les feuilles Mortes” van Yves Montand was het orgelpunt met alweer die Toots-toets op harmonica. Weeral een veelbetekenend “Il est trop tard” van Moustaki, hierna de melopée van de recent overleden Christophe in “Aline”. Afsluiter was “Je suis venu te dire” van de betreurde Serge Gainsbourg.
Er brak een snaar -letterlijk bij Derek- in u en mij en hiermee viel het doek over de corona-proof versie van het spektakel. Een gedenkwaardige musette kwam hiermee tot eind.